In de akkerbouwgebieden zijn randen aangelegd voor broedende akkervogels. Hier is meer subsidie aangevraagd voor veldjes met wintervoedsel, waardoor deze gebieden het hele jaar aantrekkelijk blijven voor akkervogels zoals de geelgors. Douwe Hollenga: "Dit zijn positieve ontwikkelingen voor de weide- en akkervogelstand in Groningen. Concentratie van geld in die gebieden waar al veel weide- en akkervogels voorkomen, lijkt een gunstig effect te hebben op de weide- en akkervogelpopulaties. Ook de bereidheid van zoveel boeren om op zo’n intensieve manier aan weide- en akkervogelbescherming te doen, is heel waardevol".
Geld in kansrijke gebieden
In de nieuwe regeling wordt gebiedsgericht gewerkt. Alleen boeren die grond hebben in kansrijke gebieden kunnen subsidie aanvragen voor weide- en akkervogelbeheer. Zij moeten deze subsidie collectief aanvragen (mozaïek-kaarten). Op die manier kan het beheer beter op elkaar worden afgestemd, en wordt de kiem gelegd voor geconcentreerd beheer in kansrijke gebieden. Daardoor ontstaat een mozaïek van grasland- en akkerland in een bepaald gebied, waarin weide- en akkervogels veilig kunnen foerageren, broeden en groot worden.
Flink verbeterd
De nieuwe aanpak komt voort uit het nieuwe Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) dat vanaf 2010 van toepassing is voor agrarisch natuurbeheer. De gezamen-lijke subsidieaanvragen (mozaïekkaarten) van 2010 zorgen voor aanzienlijke verbeteringen vergeleken met de oude subsidieregeling (Programma Beheer).