Willem Johan Kolff (1911-2009) uit Hummelo begon zijn carrière in het UMCG in Groningen waar hij een opleiding tot internist volgde. Nadat hij een jongeman wegens nierfalen een verschrikkelijke dood had zien sterven, begon hij te werken aan een zelfgemaakte kunstnier. Om de oorlog uit te zitten verhuisde hij naar Kampen waar hij zich bij het verzet voegde. In 1942 ontwikkelde Kolff een apparaat dat de functie van een nier nabootste. In 1945 werd het apparaat succesvol uitgeprobeerd op een vrouw met accuut nierfalen.
Kolff emigreerde in 1950 naar Amerika, waar hij gedurende 45 jaar zou uitgroeien tot de belangrijkste pionier op het gebied van de biomedische techniek. In de jaren die volgde droeg hij bij aan de ontwikkeling van diverse andere kunstmatige organen en medisch-technische uitvindingen, waaronder de hart-longmachine, het kunstmatig zien en diverse kunstledematen. In 1982 implimenteerde hij het allereerste kunsthart waarmee hij wereldberoemd werd, evenals de drager die er ruim 112 dagen mee leefde.
Kolff kreeg voor zijn werk 13 eredoctoraten en ruim 127 internationale prijzen. Het recht de naam Kolff te voeren, werd het BMSA namens de familie Kolff verleend door de Willem Kolff Stichting in Kampen, de stad waar de medicus sinds 1970 ereburger was.
In het UMCG wordt op 31 augustus het Kolff Memorial Symposium gehouden ter ere van de wetenschapper. Groningen is bijzonder actief op het gebied van bio-medische techniek. Op dinsdag 1 september wordt Kolff in de raadszaal van het stadhuis van Kampen officieel herdacht.