Innovatie

UMCG doet mee aan studie naar donormelk

Het UMCG doet mee aan een landelijk onderzoek naar de vraag welke aanvullende voeding beter is voor een te vroeg geboren baby: kunstvoeding of donormelk. De baby krijgt kunstvoeding of donormelk in aanvulling op moedermelk, als de moeder nog niet voldoende moedermelk kan produceren. De donormelk is afkomstig van de Moedermelkbank. De studie begon in 2012 in Amsterdam; vanaf nu doet ook het UMCG hier aan mee.


Leestijd: 2 minuten

De beste melk voor een pasgeborene is die van de eigen moeder, zeker als een baby te vroeg geboren is. Moeders van te vroeg geboren baby's kunnen lang niet altijd moedermelk geven. Zij produceren vaak nog niet voldoende moedermelk, bijvoorbeeld omdat ze zelf ziek zijn of medicijnen gebruiken. Daarom is het extra moeilijk om melk af te kolven en dit langere tijd vol te houden. Te vroeg geboren baby’s die gevoed worden met moedermelk hebben op korte termijn mogelijk minder infecties en minder kans op het ontwikkelen van een ernstige ontsteking van de darm. Moedermelk zorgt op lange termijn waarschijnlijk voor een gezonder cholesterolgehalte en gewicht, een lagere bloeddruk en minder allergieën.

In mei 2011 is de Nederlandse Moedermelkbank opgericht. Deze moedermelkbank krijgt melk van donormoeders. Donormoeders hebben zelf ook een baby en hebben melk over. Hierdoor kunnen kinderen voor wie er niet genoeg of geen eigen moedermelk is, mogelijk profiteren van de voordelen van moedermelk. Deze melk heet donormelk. Er zijn al vele moedermelkbanken in Europa en in de rest van de wereld. Donormelk wordt in vele landen aan (te vroeg geboren) baby’s gegeven, hierbij is gebleken dat het geven van donormelk aan pasgeborenen volkomen veilig is.

Donormelk is echter niet precies hetzelfde als eigen moedermelk. De melk wordt namelijk bewerkt om geheel veilig te maken voor andere kinderen. De melk wordt gepasteuriseerd en ingevroren. Mogelijk werkt donormelk daardoor minder goed dan eigen moedermelk. In dit onderzoek staat de vraag centraal of aanvullende donormelk beter is dan kunstvoeding, die gemaakt is van koemelk.

De donormelk wordt -na toestemming van de ouders- alleen gegeven aan te vroeg geboren baby’s van minder de 1500 gram, die zijn opgenomen op de IC-Neonatologie. Gedurende de eerste tien levensdagen krijgt de baby óf kunstvoeding óf donormelk als aanvulling op de eigen moedermelk. Daarna krijgt de baby de gebruikelijke voeding: moedermelk indien beschikbaar en anders kunstvoeding. De onderzoekers volgen de gezondheid en behandeling van de baby’s gedurende 60 dagen. Zij gaan na of de baby infecties heeft en welke dit zijn, of de baby buikproblemen krijgt of problemen met voeding. De onderzoekers willen tevens bepalen wat de effecten van donormelk op de bacteriën in de darm zijn. Als het kind twee jaar oud is, vindt een ontwikkelingstest plaats om te zien of de soort voeding op de langere termijn effecten heeft op de ontwikkeling van de baby.

De studie gaat zolang door tot er 400 te vroeg geboren baby’s hebben deelgenomen in de deelnemende centra in Nederland.