PolyVation werd dertig jaar geleden opgericht door chemicus Theo Flipsen. Het bedrijf maakt biomedische materialen, polymeren om precies te zijn, die van pas komen bij allerlei ziektes en trauma’s (door bijvoorbeeld ongelukken). “Wij maken scheikundige materialen waar andere medische en farmaceutische bedrijven een eindproduct van maken.”
Levend weefsel
Het bijzondere aan PolyVation: veel van de materialen die het bedrijf maakt lossen automatisch op in het lichaam. Dat is behoorlijk nieuw in de geneeskunde: tot op heden worden nog vaak materialen gebruikt die in het lichaam blijven zitten. Bij PolyVation vormen de materialen binnenin het lichaam zelf een ‘levend’ stukje weefsel. “Dat is de ultieme vorm van genezing, je helpt het lichaam te herstellen.”
De meest recente uitvinding: een kunstmatig bloedvat dat in het lichaam zelf een levend bloedvat vormt. PolyVation produceert het materiaal dat dit mogelijk maakt. “Hiermee kun je bijvoorbeeld dichtgeslibde vaten vervangen, of aderen van nierpatiënten die door de dialyse kapot zijn. Uiteindelijk krijgen deze patiënten vaak kunstvaten. Het liefst zou je natuurlijke bloedvaten kunnen laten aanmaken.” Met de nieuwe uitvinding van PolyVation is dit in de nabije toekomst mogelijk.
De materialen van PolyVation worden allemaal vervaardigd op de Zernike Campus, waar het bedrijf sinds 2001 zit. “Groningen heeft een goed ecosysteem om op wereldniveau in dit werkveld te acteren”, zegt Flipsen, zelf ook een Groninger. Hij noemt Groningen uniek, wijzend op de ‘brede universiteit’ en het UMCG, ‘een heel goed onderzoeksziekenhuis.’
Maar Flipsen ziet ook uitdagingen. Voor het stabiel kunnen produceren van de materialen is veiligheid van de omgeving van belang. “Je wilt niet geconfronteerd worden met problemen van buitenaf.” Daarom is het bedrijf goed beveiligd. Kan die veiligheid gewaarborgd blijven op de veranderende Zernike Campus, nu er steeds meer ruimte komt voor huisvesting en niet alleen maar voor onderwijs, onderzoek en high tech bedrijven, vraagt Flipsen zich af.
Een andere uitdaging: geld. De ontwikkeling van het kunstmatige bloedvat kost bijvoorbeeld tientallen miljoenen. “Er gaan tientallen jaren onderzoek aan vooraf; het moet aan allerlei regelgeving voldoen; het politieke klimaat moet gunstig zijn: bezuinigingen op innovatie helpen niet. Sommige projecten komen daardoor jaren stil te liggen, omdat er gewoonweg niet genoeg geld is.”
Hij kijkt positief naar het geld dat vanuit Nij Begun naar het Noorden gaat. “Ik hoop dat er geïnvesteerd wordt in de medische en farmaceutische sector, en in onderzoek en onderwijs, om het ecosysteem van Groningen te versterken.”
In de toekomst hoopt Flipsen dat hun innovaties nóg meer mogelijk kunnen maken. “Als je een zware fractuur hebt, bijvoorbeeld je scheenbeen, dan krijg je platen en schroeven in je been, om de botbreuk te fixeren. Maar na een tijdje moeten ze eruit. Het mooiste is als ze automatisch verdwijnen: de genezing verloopt dan natuurlijker en het scheelt een operatie.”
Zo ver is het nog niet, maar PolyVation is een van de weinige bedrijven in de wereld die de materialen kan vervaardigen die het in de toekomst mogelijk maken. En de kunstmatige ader, die wordt op korte termijn al wel toegepast. “Ik ben super trots dat het gelukt is”, zegt Flipsen. “Scheikunde is een soort magie. Dat je van onzichtbare moleculen iets tastbaars kunt maken, dat heeft mij altijd enorm gepakt.”
