Economie

Layla Koopal denkt nog niet aan stoppen: "Pas als ik tussen zes plankjes lig"

Ze blies dit jaar 75 kaarsjes uit, maar stoppen met werken? Geen denken aan, zegt Layla Koopal van Koopal Haarwerken aan de Noorderhaven. “Dit werk ís mijn leven, hier krijg ik energie van. Stoppen doe ik pas als ik tussen zes plankjes lig.” 


Leestijd: 3 minuten

Uit het hele land, zelfs uit de hele wereld, komen mensen speciaal naar Koopal Haarwerken om zich een haarstukje aan te meten. Geen wonder ook, want in het magazijn aan de Noorderhaven liggen ruim 60.000 verschillende haarwerken en -stukken. In alle kleuren, lengtes en modellen. “Ik heb zelfs klanten uit Abu Dhabi die speciaal voor ons naar Nederland komen,” vertelt ze trots. In de winkel ligt een gastenboek vol boodschappen in allerlei talen. “Engels, Chinees, Hebreeuws. Ik vraag mensen altijd om in hun eigen taal iets te schrijven. Dat laat zien dat ik niet overdrijf als ik zeg dat onze klanten overal vandaan komen.” 

Layla is de derde generatie binnen het familiebedrijf, dat eind 1800 werd opgericht door haar opa en oma. Sinds haar vijftiende werkt ze in de zaak, en in de jaren ‘80 nam ze het directiestokje over van haar vader.  

“Dit hier, dit bedrijf, is echt mijn leven”

Hoeveel mensen ze in de loop der jaren aan een haarwerk hielp? Daar hoeft ze niet lang over na te denken: miljoenen. Veel van die klanten keren elk jaar terug. “Als je je haar verliest door chemo, is dat meestal tijdelijk. Maar als je een haarziekte hebt, zoals alopecia, zit je er je hele leven aan vast. Dat zijn klanten die we minimaal eens per jaar zien, en daar bouw je echt een band mee op.” 

Er worden in de zaak heel wat tranen gelaten. Van verdriet, maar minstens zo vaak ook van blijdschap. “Ik zeg vaak: mensen komen hier soms huilend binnen, maar net zo vaak gaan ze ook in tranen weer weg.” Wat ze er maar mee wil zeggen: “Mensen zijn vaak zo ontzettend blij met een mooi en goed zittend haarwerk.”   

Nu Koopal 75 is, krijgt ze steeds vaker de vraag: “Hoe lang nog?” Maar geen haar op haar hoofd die eraan denkt te stoppen. “Mijn man is jong overleden, ik heb geen kinderen. Dit hier, dit bedrijf, is echt mijn leven. Alleen tussen zes plankjes krijg je me hier weg.” Thuiszitten is hoe dan ook geen optie. “Als ik thuis zou zitten, zou ik een kluizenaar worden. Ik ben best wel een loner, en als je dan geen werk meer hebt, verlies je het contact met de buitenwereld.”  

Minder energie op haar 75? Welnee, klinkt het. “Ik krijg energie van mijn klanten, van dit werk. Daarbij: ik ben nooit ziek, slik geen medicijnen. Het is ook geen zwaar werk; ik hoef niet te tillen of te sjouwen, dat scheelt ook.” Ze maakt dan ook altijd nog lange werkdagen en –weken.Zes dagen is de winkel open, op zondag plant ze de huisbezoeken in (‘soms zijn mensen te ziek om te komen’) en daarnaast gaat ze naar beurzen en geeft ze ook nog eens regelmatig lezingen. “Dat is zo ontzetten leuk om te doen. Ik vertel over het vak, en laat zien hoe je een pruik knoopt. Het levert niet direct iets op, maar soms zeggen nieuwe klanten wel: “Ik heb 20 jaar geleden een keer een lezing van je bijgewoond.”  

“Als ik omval, valt de tent niet om”

Net als elke ondernemer krijgt ook Koopal de nodige uitdagingen voor de kiezen. Het vinden van geschikt personeel wordt bijvoorbeeld steeds lastiger. Bij Koopal werkt nu een team van tien specialisten, maar het hadden er veel meer kunnen zijn. “Het is dat ik niet genoeg mensen heb, anders had ik zo het oude pand van V&D kunnen vullen. Aan de hoeveelheid werk ligt het niet; geschikte mensen vinden is gewoon echt heel moeilijk. Ze willen dan twee, hooguit drie dagen werken. ‘Ik wil ook nog tijd hebben voor leuke dingen’, zeggen ze dan.”  

Het liefst gaat Koopal nog jaren door, maar ooit, ooit komt toch het moment dat iemand anders het stokje over zou moeten nemen. ‘Komt tijd, komt raad’, zei mijn moeder vroeger. Eén ding staat vast: Frans Koopal haarwerken blijft bestaan. Ik heb nog een zus die ook in het bedrijf zit, en tien medewerkers met jarenlange ervaring. Als ik omval, valt de tent niet om, zoveel is zeker.”  

Dit artikel staat ook in de nieuwste Groninger Ondernemers Courant. Klik hier om de hele krant online te lezen.