Economie

Column: “De werkgever sterft uit. Mensen in loondienst nemen bijna ondoenlijk!’’

‘Wij hebben in noord-Groningen als taakstelling om hier extra bedrijvigheid naar toe te halen. En ik denk dat we daarin de afgelopen jaren successen hebben geboekt met groei van de werkgelegenheid als resultaat. Maar nu is het dweilen met de kraan open wanneer landelijke wetgeving zodanig uitpakt dat werknemers de toegang tot een vaste baan ontzegd wordt en de ZZP-ers straks met deze nieuwe modelcontracten weggepest worden.’ Passage uit een blog van Harrie Hoek, hoofd van Bureau EemsdeltaEZ. Hij schrijft regelmatig columns voor het magazine Eemsdelta Kringen. Hieronder zijn column met de titel 'Afbouwconstructie', waar de lezer het al dan niet mee eens kan zijn, maar wel met enkele tot nadenken stemmende constateringen.


Leestijd: 4 minuten

Column: “De werkgever sterft uit. Mensen in loondienst nemen bijna ondoenlijk!’’
Column: “De werkgever sterft uit. Mensen in loondienst nemen bijna ondoenlijk!’’

‘Onlangs organiseerde een collega een bedrijfsbezoek bij een goed lopend afbouwbedrijf met een uitstekende orderportefeuille. Maar wat bleek? Vrijwel continu 23 mensen aan het werk, maar werkelijk helemaal niemand in loondienst. ZZP-ers en uitzendbureaus vullen de uren waar dit bedrijf zijn geld mee verdient. Desgevraagd vertelde de ondernemer helemaal klaar te zijn met personeel in loondienst. Onbeheersbare hoge loonkosten en torenhoge ziektekosten hadden hem in de loop der jaren helemaal kopschuw gemaakt. Hij was er al een keer bijna aan onderdoor gegaan en dat wilde hij niet nog eens meemaken.

De afbouwsector staat er al jaren bekend om. Veel bedrijven hebben hun werknemers tegen wil en dank verplicht in de ZZP-rol gedrukt. Een deel daarvan met echt ondernemersbloed is daar heel blij mee, anderen veel minder. Maar ook in andere sectoren breiden bedrijven hun flexibele schil steeds verder uit ten koste van de vaste kern. En daar zitten ook grote nadelen aan, dat beseffen bedrijven heel goed. Een goed ingespeeld team kan voor een bedrijf goud waard zijn. Bedrijfsprocessen lopen als een trein en de ondernemer kan zelf ook nog eens een keer een week zonder kopzorgen op vakantie. Maar werknemers in vaste dienst zijn een onbeheersbaar kostenrisico geworden voor veel MKB-bedrijven en dat geeft toch de doorslag. Want met een faillissement bij de Volkskredietbank aankloppen, daar zit niemand op te wachten.

De arbeidswetgeving is inmiddels zo rigide aan het worden dat je je afvraagt wat de bedenkers ervan bezield heeft. De bruto werkgeverslasten zijn al vanaf 2005 erg hoog in Nederland vergeleken met het buitenland. Daar is de Wet Loondoorbetaling bij Ziekte nog bijgekomen en in 2013 als klap op de vuurpijl de Wet Werk en Zekerheid, die meer mensen een vaste baan zou moeten opleveren, maar precies het omgekeerde effect heeft. Ondanks de waarschuwingen van arbeidsmarktspecialisten en juristen is deze wet met instemming van werkgevers en werknemers doorgevoerd en we plukken er nu de wrange vruchten van. En wat zien we nu? In plaats van dat deze wet met onmiddellijke ingang buiten werking wordt gesteld, gaan we ons richten op de negatieve gevolgen en we bedenken daarom een nieuwe wet. Per 1 juli krijgen we allemaal te maken met de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties, oftewel de Wet DBA. Want we krijgen steeds meer ZZP-ers en dat willen we helemaal niet. Dus nu krijgt de ZZP-er na zijn onvrijwillige keuze ook nog eens de fiscus op zijn dak met een zelden vertoonde bureaucratie met modelcontracten, waar de gemiddelde ZZP-er en de opdrachtgevers de moed van in de schoenen zakt. De VAR is uit en de DBA is in.

De vakbonden, de werkgevers en minister Asscher hebben samen de Wet Werk en Zekerheid bedacht. En nu de MKB-werkgevers erachter komen dat deze wet zeer nadelig is voor hun eigen bedrijven, wordt er stevig aan de bel getrokken. Maar in plaats van positieve actie is de voorman van MKB Nederland inmiddels na interne druk terug in zijn hok. Minister Asscher maakte notabene bekend dat de voorzitter van MKB-Nederland achter het sociaal akkoord blijft staan. En wat nog merkwaardiger is: de vakbonden houden zich ook muisstil. Jongeren en ouderen vallen inmiddels aan alle kanten uit de boot en niemand weet, ondanks het aantrekken van de economie, waar het van komt.

Wat er niet gezien wordt, is het volgende. Doordat bedrijven en overheden veel minder geneigd zijn vaste mensen aan te nemen, zijn er veel meer mensen met onzekere toekomstperspectieven dan in de periode voor de economische crisis. En dat wreekt zich bij het verkrijgen van woninghypotheken en zorgt voor instabiliteit in gezinsrelaties en groei van voedselbanken. De gemeenten zien iedere maand de groep werkzoekenden versneld uit de ww in de bakken van de sociale dienst stromen. Tot voor kort was de verhouding ww-ers en sociale dienst klanten ongeveer evenredig. Door de inkorting van de ww-periode is dat in onze regio inmiddels al bijna 2/3 gemeente en 1/3 UWV. En dan maar mooie stukken in de krant schrijven dat het aantal ww-ers is afgenomen. Ammehoela, die stromen versneld door naar de gemeenten. En onze bestuurders maar vragen: hoe kan dit nou? Wij betalen jullie ambtenaren op economische en sociale zaken tenslotte niet voor niks.

Hoe nu verder? Wij hebben als taakstelling bij Groningen Seaports en EemsdeltaEZ om hier extra  bedrijvigheid naar toe te halen. En ik denk dat we daarin met elkaar de afgelopen jaren successen hebben geboekt met groei van de werkgelegenheid als resultaat. Maar het is dweilen met de kraan open als landelijke wetgeving zodanig uitpakt dat werknemers de toegang tot een vaste baan ontzegd wordt en de ZZP-ers straks met deze nieuwe modelcontracten weggepest worden.

Bedrijven blijven daardoor heel scherp aan de kosten doorzeilen en de werkzoekende jongeren en ouderen hebben het nakijken. En de werkgever: dat begrip sterft zo langzamerhand uit. Een onbedoelde afbouwconstructie lijkt het wel. Dus ik hoop dat mensen in de SER en de politiek eindelijk wakker worden en het begrip werk (of arbeid zo u wilt) weer centraal gaan stellen en daar een passend stelsel bij definiëren.’

Harrie Hoek, hoofd Bureau EemsdeltaEZ.