“Vanavond hebben Provinciale Staten van Groningen aan Minister Ollongren (BZK) geadviseerd dat ik voor de komende zes jaar word herbenoemd als commissaris van de Koning. Dat besluit is aan de Kroon, het is niet voor niets een kroonbenoeming, maar de aanbeveling van Provinciale Staten is een belangrijke stap.
Ik ben hartstikke blij met de positieve aanbeveling. Het laat zien dat de waardering voor de samenwerking wederzijds is. Het is een blijk van groot vertrouwen. En het is tegelijk een opdracht om het vertrouwen waar te maken, van Provinciale Staten en van alle Groningers die zij vertegenwoordigen.
De aanbeveling van Provinciale Staten komt in een uitdagende tijd. In tal van opzichten. Groningen wordt – net als de rest van de wereld – geraakt door het corona-virus en door de maatregelen die worden genomen om mensen gezond te houden. Voor niemand is het gebrek aan bewegingsruimte aangenaam. Maar voor veel mensen is deze coronatijd veel ingrijpender. Omdat ze niet door kunnen met hun werk. Omdat hun bedrijf op het spel staat. Of omdat ze dringend een operatie nodig hebben, die nu niet door kan gaan.
En er is meer aan de hand. Groningen kampt nog steeds met de gevolgen van gaswinning. Groningen zal een eigen antwoord moeten formuleren op de klimaatcrisis en de problemen met stikstof. En Groningen is ook in tijden van een overspannen arbeidsmarkt de provincie waar al sinds mensenheugenis de grootste groep mensen aan de kant staat.
Aan uitdagingen geen gebrek dus. Maar aan kansen evenmin. In de afgelopen jaren heb ik ook de veerkracht en de kracht van Groningen leren kennen. De innovatiekracht van onze kenniscentra. De energieke manier waarop overheden en bedrijfsleven werk maken van waterstof en groene stroom. De vorm die boeren en oude boerencoöperaties als Cosun en Avebe geven aan de landbouw van de toekomst. De grote kwaliteit van wonen en leven die door steeds meer mensen wordt ontdekt.
Het vergt teamwork om de kansen van Groningen te verzilveren.
Daarvoor wil ik me ook in de komende jaren met alle kracht inzetten.”
René Paas.
Bron en foto: LinkedIn, René Paas.
