Nieuws

Wat betekent het voor Groninger economie wanneer Donald Trump klimaatverdrag opzegt?

De kans is groot dat Donald Trump – wanneer hij straks president is – het klimaatverdrag opzegt. Maar wat gaat dat betekenen voor de Eemsdelta en de rest van de Groningse economie? Immers: we hebben hier een zeer energie-intensieve industrie, die dan straks zal moeten concurreren met Amerikaanse bedrijven. In Amerika zal energie uit fossiele bronnen straks tegen enorm lage afbraakprijzen aan het bedrijfsleven en consumenten worden aangeboden, en dat wordt zeer lastig concurreren dan. Toch hoeft dat niet negatief uit te pakken voor de Groningse economie, want er zijn ook steeds meer bedrijven, zoals Google, die juist honderd procent ‘groene energie’ wensen. Daarover gaat onderstaande column van Harrie Hoek, hoofd van Bureau EemsdeltaEZ. (Lees verder voor de hele column)


Leestijd: 4 minuten

Wat betekent het voor Groninger economie wanneer Donald Trump klimaatverdrag opzegt?
Wat betekent het voor Groninger economie wanneer Donald Trump klimaatverdrag opzegt?

'De vergroening staat nog steeds bovenaan de Europese politieke agenda. Maar het is de vraag hoe lang we dat nog vast kunnen houden. Klimaatverandering en CO2-reductie zijn sinds kort voor de democratische meerderheid van de Amerikanen geen issue meer. Het in 2015 door 195 landen getekende Klimaatakkoord zal waarschijnlijk volgend jaar door de VS worden opgezegd. De verwachting is dat fossiele grondstoffen de komende 20 jaar de wereldmarkt blijven domineren en dat energie uit fossiele bronnen tegen afbraakprijzen aan het Amerikaanse bedrijfsleven en consumenten zal worden aangeboden. Dat betekent dat de Europese chemie het op de wereldmarkt opnieuw moeilijk gaat krijgen als fossiele energie op de langere termijn de standaard blijft. De ontwikkelingen in de VS worden nog eens versterkt door de investeringen in nieuwe chemische fabrieken in het Midden-Oosten. Onder andere in Saoedi-Arabië worden uitgestrekte chemiecomplexen gerealiseerd, die nog vele jaren vooruit kunnen met de grote bewezen voorraden olie en gas in de woestijnbodem.

Gelukkig zijn er ook tegenbewegingen. En die zitten niet alleen bij de Europese overheden, maar ook bij de grootverbruikers in het bedrijfsleven. Veel bedrijven die actief zijn in de interneteconomie hebben groene energie in hun genen zitten. Zonder een breed aanbod van groene energie is een Europese regio inmiddels kansloos bij de werving van de grote energie-intensieve bedrijven, zoals bijvoorbeeld Google. Wij merken dat ook andere internationale bedrijven de beschikbaarheid van voldoende groene energie als cruciale vestigingsvoorwaarde noemen. En we mogen aannemen dat deze groene strategie bij deze van oorsprong Amerikaanse bedrijven niet opeens omgebogen gaat worden, omdat veel van deze New Economy bedrijven zich zorgen maken over de mondiale opwarming.

Ook de West-Europese consumenten en dus ook de grote Europese producenten van consumentenproducten vragen steeds vaker om volledig duurzaam geproduceerde goederen. IKEA wil al vanaf 2020 alleen maar 100 % duurzame producten in hun woonwarenhuizen aanbieden en de verwachting is dat veel meer bedrijven dit streven  gaan volgen.

Maar het is de vraag of dit genoeg is. De International Energy Agency, onze energiewaakhond oorspronkelijk opgericht om eventuele olietekorten voor de aangesloten leden op te kunnen vangen, bemoeit zich de laatste jaren steeds intensiever met klimaatverandering en CO2-reductie. Want van de deelnemende 29 landen is het overgrote deel afkomstig uit de EU, maar ook Australië en Nieuw Zeeland, de VS, Canada, Japan en Zuid-Korea zijn lid van deze club. De VS zal hier waarschijnlijk wel een dissonant gaan vormen, maar de andere aangesloten landen hebben de overtuiging dat vergroening en verduurzaming wel de toekomst heeft. En deze 28 landen kunnen samen het verschil gaan maken, te beginnen in de Europese Unie, waarvan de 20 prominentste landen lid zijn van de IEA. Het in ere herstellen van het emissierechtensysteem voor de uitstoot van CO2 is een deel van de oplossing, maar ook het verknopen van stroom- en gasnetten is een belangrijke randvoorwaarde om de vergroening met succes een stap verder te brengen.

Wat betekent dit nu voor ons in de Eemsdelta? De Nordic City, het nieuwe energietransitie concept voor de provincie Groningen tot aan 2035, biedt hier hele duidelijke aangrijpingspunten. Om op termijn te overleven, zal onze industrie zich op de wereldmarkt moeten gaan onderscheiden door volledig duurzaam te gaan produceren. Dat trekt nieuwe klanten die duurzaam en groen produceren vanzelfsprekend vinden. Daarom zullen de investeringen in duurzame energie onverminderd doorgezet moeten worden. Daarmee zijn we al op de goede weg, want de Eemsdelta is nu al de regio in Nederland met het hoogste aandeel duurzaam opgewekte energie.

Maar het investeren in de biobased koppeling tussen de landbouw en de chemie kan nog wel een stevige injectie gebruiken. De kansrijke projecten, zoals bijvoorbeeld een bioraffinageplant met suiker als basisgrondstof, hebben op de korte termijn nog geen goede businesscase. Het vraagt daarom van de overheid een extra financiële injectie en een ruimer juridisch kader waarbinnen subsidies en investeringspremies niet te snel als ongewenste overheidsinterventies worden gezien. Want het bedrijfsleven zal niet alleen de benodigde honderden miljoenen gaan investeren in nieuwe fabrieken als de politieke omgeving te onzeker is. En daarom is het noodzakelijk dat wij niet alleen in onze eigen regio aan de slag gaan, maar ook de komende maanden in Den Haag en Brussel hierover onze stem laten horen.

Groen tegengas is dringend gewenst!'

Harry Hoek.

(Harrie Hoek is hoofd van Bureau EemsdeltaEZ)

Bron: Eemsdelta.nl

Harrie Hoek
Harrie Hoek