Nieuws

'Verdachten hiv-zaak waren berekenend en planmatig'

De drie verdachten in de zogenoemde Groningse hiv-zaak opereerden “berekenend en planmatig”. Met voorbedachte rade. Daarmee maakten ze misbruik van het vertrouwen van hun elf slachtoffers, concludeerde aanklager Martin van Schuijlenburg woensdag voor het gerechtshof in Leeuwarden.


Leestijd: 2 minuten

Hij eiste daarom respectievelijk twaalf, zeven en vier jaar cel tegen de drie verdachten. De advocaat-generaal beschuldigt ze er onder meer van dat zij de mannen opzettelijk hebben proberen te besmetten met het hiv-virus.

Het hof behandelt deze zaak in hoger beroep. In november vorig jaar veroordeelde de rechtbank in Groningen Peter M., Hans J. en Wim D. tot gevangenisstraffen van respectievelijk negen jaar, vijf jaar en 1,5 jaar. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft zich niet bij deze straffen neergelegd omdat ze in de ogen van justitie veel te laag waren.

De drie mannen organiseerden in een periode van drie jaar (2005-2007) seksfeesten in Groningen waarop ze bij diverse mannen hiv-geïnfecteerd bloed inspoten, meent het OM. Volgens justitie hebben J. en M. geprobeerd bewust vijf slachtoffers te infecteren met het virus dat aids kan veroorzaken. ,,Dat gebeurde in nauwe en volledige samenwerking.” Hoewel ze wisten wat de verstrekkende gevolgen zijn van een hiv-besmetting, hebben ze meerdere keren een poging gedaan anderen te besmetten, constateerde Van Schuijlenburg.

De injecties zijn onderdeel van een uitgebreidere beschuldiging. De advocaat-generaal verwijt het drietal slachtoffers te hebben gedrogeerd om ze daarna seksueel te misbruiken. Hierdoor is ook kans ontstaan dat ze het hiv-virus hebben opgelopen. In de meeste gevallen valt dit echter niet te bewijzen, maar in twee gevallen van seksueel misbruik wel, meent het OM.

Van Schuijlenburg vindt dat Peter M. het zwaarst gestraft moet worden. "Hij is de spil in het verhaal. De man die de regie in handen heeft.” Tegen Hans J. eist de aanklager een lagere straf, omdat hij "niet altijd even goed opgewassen was tegen de dominante M.” De laagste strafeis is voor Wim D. In bijna alle gevallen wordt hij slechts als medeplichtig gezien.

"Wat mij het meest in het oog springt, is het misbruik van vertrouwen”, aldus Van Schuijlenburg. De slachtoffers waren volgens hem wel in voor seksuele handelingen, maar ze vertrouwden erop dat dit zou gebeuren op de manier die zij wilden. Daar behoorde het inspuiten met hiv besmet bloed en onbeschermde seks terwijl ze waren gedrogeerd absoluut niet bij, benadrukte de advocaat-generaal.

Hij wees naast de zeer kwalijke gevolgen voor de slachtoffers, ook op de maatschappelijk gevolgen van de gepleegde misdrijven in deze zaak. ,,De publieke opinie over homofilie, een op de vijftien inwoners van Nederland, heeft schade ondervonden. Homofilie zit in een kwetsbare positie. Dit draagt niet bij aan de acceptatie daarvan.”

De zaak wordt pas op 14 en 15 september voortgezet. Dan reageren de advocaten van de verdachten op de strafeis.