Nieuws

Spoorlijn Groningen-Heerenveen financieel onhaalbaar

Het Breed Bestuurlijk Overleg heeft op vrijdag 25 mei in meerderheid besloten te adviseren om te stoppen met de spoorlijn Heerenveen-Groningen. In het overleg participeren de portefeuillehouders van de provincies Fryslân en Groningen, en van de gemeenten Groningen, Zuidhorn, Leek, Marum, Smallingerland, Opsterland en Heerenveen.


Leestijd: 2 minuten

Voor dit advies zijn verschillende redenen. Zo is de kans erg klein dat de spoorlijn wordt doorgelegd naar Lelystad. Verder is er ruim 100 miljoen tekort voor de aanleg. Jaarlijks is er nog eens een tekort van 6 miljoen op de kosten voor beheer en onderhoud. De huidige financiële krapte biedt geen ruimte om die tekorten en toekomstige tegenvallers op te vangen. De gemeenten Smallingerland en Leek delen de conclusies niet. Zij vinden dat de aanbesteding voor de spoorlijn moet starten.

Tekort van ruim 100 miljoen

Op dit moment is er een bedrag van circa 600 miljoen euro beschikbaar voor de spoorlijn. Uit berekeningen blijkt dat de aanleg ruim700 miljoen euro gaat kosten. Marktpartijen hebben wel aangegeven dat zij de lijn voor minder geld kunnen aanleggen. Dat zou dan via een aanbestedingsprocedure aangetoond moeten worden. De bestuurders zijn er niet van overtuigd dat die aanleg voor minder geld gaat lukken. Naast het tekort op de investeringskosten zijn er ook andere financiële onzekerheden.

Financiële onzekerheden
Bovenop de investeringskosten komen ook nog eens de jaarlijkse beheer-, onderhouds- en exploitatiekosten. Deze jaarlijkse kosten liggen rond de 6 miljoen euro. Binnen bestaande begrotingen is daar geen ruimte voor. Een andere mogelijkheid is dekking uit de landelijke verkeers- en vervoersuitkering, de BDU.

Maar dat gaat ten koste van het huidige openbaar vervoer, dat al onder druk staat. Bovendien is de verwachting dat de BDU-uitkeringen de komende jaren verlaagd worden.
Een ander belangrijk punt is dat voor de opwaardering van de lijn (dubbelspoor) en het doortrekken naar Lelystad nog eens forse extra investeringen nodig zijn. Er is geen enkel zicht op dat dat geld er is. De kans op het doortrekken van de lijn naar de Randstad is daarmee zeer klein geworden.

Provinciale Staten beslissen

De betrokken bestuurders hebben de aanleg van de spoorlijn altijd als zeer wenselijk gezien. Daarom hebben zij in de afgelopen tijd van alle kanten gezocht naar de haalbaarheid.
Het is nog niet bekend waar het geld van de spoorlijn nu naar toe gaat. Vast staat wel dat dit projecten zijn die de economie en de infrastructuur van het Noorden versterken. Provinciale Staten van beide provincies beslissen over de bestemming van de gelden. De Staten nemen ook het uiteindelijke besluit of de plannen inderdaad stoppen. Naar verwachting zal dat in september gebeuren. De gemeenteraden zullen er naar verwachting voor de zomer nader over geïnformeerd worden.