Nieuws

Smink: Italiaanse en Catalaanse invloed in architectuur noordwand

Mocht de bevolking tijdens het referendum het groene licht geven, dan vindt de Groningse wethouder Smink dat de nieuwe noordwand een architectonisch hoogstandje moet worden. Voor hem houdt dat in dat er een fijnzinnige maar ook stijlvolle en gevarieerde noordzijde moet komen. Een interview met wethouder Smink over de architectonische kant van de zaak waar Groningen zich op 21 februari in een referendum over moet uitspreken.


Leestijd: 3 minuten

Wanneer de Groningse bevolking op 21 februari tijdens een referendum akkoord gaat, dan krijgt Groningen straks een compleet vernieuwde noordzijde van de Grote Markt. In plaats van de door weinig inwoners van Groningen in ‘wederopbouw-architectuur’ opgetrokken Noordzijde van de Grote Markt moet er dan een mede op Italiaanse, Spaanse en Catalaanse architectuur geïnspireerde nieuwe noordwand komen. Volgens de Groningse wethouder voor ruimtelijke ordening W. Smink (PvdA) betekent dat laatste dat er aan de Grote Markt ‘eigentijdse architectuur komt, maar wel met klassieke elementen. Het gaat daarbij om warme architectuur, met daarin een belangrijke rol voor bakstenen, een arcade als verbindend element en veel variatie in de gevels’.Volgens Smink passen de plannen voor de vernieuwing van de Grote Markt precies in het door Groningen gevoerde architectuurbeleid van de afgelopen vijftien jaar. Dat werd ingezet door Smink’s voorganger Y. Gietema, de stuwende kracht achter de bouw van het Groninger Museum. De plannen voor de Grote Markt zijn afkomstig van – en worden gefinancierd door het bedrijfsleven, dat in de huidige winkelpanden aan de Grote Markt onvoldoende uit de voeten kan. De gemeente is bereid aan mee te werken aan uitvoering van de plannen, onder voorwaarde dat de noordwand er fraaier door wordt, de verloederde achterkant wordt aangepakt en de Grote Markt er beter door gaat functioneren.‘Kern van ons architectuurbeleid van de afgelopen jaren was dat we nieuwbouw steeds proberen in te passen in de bestaande verhoudingen. Je moet vanuit een stedenbouwkundige visie altijd kijken naar het grote geheel en de betekenis van een nieuw gebouw voor de stad. Ik denk dat Groningen bijzonder is door het feit dat we nu al jarenlang consequent op deze wijze te werk gaan. We zijn continu bezig ons huis te renoveren, waarbij het casco het uitgangspunt is’, aldus Smink.Eerder al liet Groningen het uit de jaren zestig daterende, zogenaamde ‘Nieuwe Stadhuis’ slopen. Dat is vervangen door het door de Italiaanse architect Adolfo Natalini in een enigszins historiserende stijl ontworpen Waagstraat-complex. Natalini is inmiddels door de gemeente gevraagd om samen met Rijksbouwmeester Jo Coenen mee te werken aan de nieuwe Noordzijde. ‘Maar dat betekent beslist niet dat we aan de Nieuwe Noordzijde dezelfde historiserende architectuur willen als in de Waagstraat. We willen eigentijdse architectuur, maar wel met klassieke elementen’.Tijdens het referendum van 21 februari staat voor wethouder Smink niet alleen de vernieuwing van de Grote Markt ter discussie, maar ook de vraag of de bevolking het architectuurbeleid van de gemeente Groningen van de afgelopen jaren steunt. Want als de bevolking ‘nee’zegt, dan staat het volgens Smink als een paal boven water dat bedrijven als V&D zeker niet 300 miljoen gulden zullen investeren. ‘Dan blijven de werkzaamheden echt beperkt tot een verfbeurtje voor de bestaande gebouwen’, zo betoogt hij.‘Het wordt zeer spannend. Als de plannen worden afgewezen dan blijft de noordwand grotendeels zoals deze is, met de rampzalige, verloederde openbare ruimte bij de Rode Weeshuisstraat er achter. Tot in lengte van jaren zal de komst van een nieuw warenhuis als de Beijenkorf voor het centrum van Groningen dan van de baan zijn. Maar tijdens het referendum is ook aan de orde de vraag is of wij de traditie van stedelijke vernieuwing met minitieus uitgewogen architectuur kunnen voortzetten.’