Nieuws

Opmerkelijke vondsten bij Engelsmanplaat

Afgelopen zaterdag 10 april is Stichting Verdronken Geschiedenis, samen met Staatsbosbeheer, wadlopers en vogelwachters op zoek geweest naar oude bewoningssporen op de Engelsmanplaat. Behalve dat er oude kleilagen, oude potscherven en fossiele botten zijn gevonden, was het meest opzienbarend het fundament, waarschijnlijk van een oude kaap, die als baken voor de scheepvaart diende. De aanleiding van de zoektocht was een veronderstelde verbintenis tussen Schiermonnikoog en het Friese dorpje Wierum. Daarvan zou de oude naam van Schiermonnikoog,


Leestijd: 3 minuten

Werneroghe, mogelijk een verschrijving van Wermeroghe(‘eiland van Werum’), kunnen getuigen. Ook oude kaarten wijzen erop dat in de vroege middeleeuwen Schiermonnikoog op de plaats van de tegenwoordige Engelsmanplaat heeft gelegen.

De onderzoeksgroep bestond uit ongeveer 25 personen, waaronder Minze de Boer, wadloper van het eerste uur van het Wadloop Centrum Friesland, Hidde Feenstra, historicus, Lenze Hofstee, oud-vogelwachter van Engelsmanplaat, Egge Knol, archeoloog, Aart Loomeijer, Visserij Museum Zoutkamp en Yvonne Nijlunsing, houtdeskundige.

Het onderzoek heeft de volgende resultaten opgeleverd.

Gebleken is dat Engelsmanplaat vanaf begin 70er jaren 1.5 meter lager is geworden. Dit was te zien bij het drenkelingenhuisje dat toentertijd direct op de zandplaat is gebouwd.
Volgens Minze de Boer is er sprake van een cyclus van 90 jaar, waarin de afslag plaats vindt. Vermoed wordt dat deze nu op zijn laagst is. Op verschillende plaatsen zijn nu fragmenten van (vermoedelijk) scheepswrakken te zien.
Heel bijzonder is dat er op dit moment ook twee eiken fundamenten bloot liggen. Volgens oud-vogelwachter Lenze Hofstee waren deze 15 jaar geleden nog niet te zien. Het vermoeden is dat het hier ook gaat om fundamenten van kapen, bakens voor de scheepvaart.

Aan de noordwest-zijde is een dikke kleilaag geconstateerd. Het is niet mogelijk te zien hoe diep deze gaat. Dergelijke kleilagen zijn bij eerdere onderzoeken gevonden op Simonszand (westzijde), Rottumeroog (noordzijde), Rottumerplaat (zuidzijde) Schiermonnikoog (westzijde). De ouderdom van deze kleilagen is onbekend. Er is nog weinig bekend over de ondiepe ondergrond van het waddengebied.

Tijdens de tocht zijn vooral aan de westkant aardewerkscherven en enkele fossiele botten gevonden. Samen met de vroegere vondsten van de wadlopers kunnen de scherven vanaf ongeveer 1200 tot heden worden gedateerd. Een stuk gewei van een edelhert, en een stuk poot van een oeros(?) zijn 4-6.000 jaar oud, uit de tijd dat de Noordzee tot aan de Doggersbank droog lag. Van een aantal vondsten was de datering ter plekke moeilijk en deze moeten nog nader onderzocht worden. Dit geldt ook voor de verzameling van de vogelwachters en een deel dat ligt in het Museum ‘It Fiskershúske’ te Moddergat.

Een deel van de groep heeft onderzoek gedaan naar de sporen van bakens en kapen.
De verschillende posities waren tijdens een vorig onderzoek al in kaart gebracht. Deze keer is er specifiek naar twee vermoedelijke kapen gekeken. Deze liggen ongeveer 50 meter uit elkaar, en vallen op doordat er eiken balken uit de bodem omhoog steken. De andere bakens lijken jonger omdat ze van grenenhout zijn gemaakt.
De grootste moet een kaap zijn geweest met een middellijn van ongeveer 10 meter.
De plattegrond van deze kaap is opgetekend. De vermoedelijke kaap is gebouwd op een fundament van eiken balken (22 x 22 cm.) Er is een plak afgezaagd van een van de balken voor een jaarringonderzoek.
Het fundament is verstevigd met stenen die uit een periode stammen van grofweg 1200 (kloostermoppen) tot 1920 (machinaal vervaardigde baksteen). Deze stenen, een ca. 75 cm dikke laag, liggen op het zand. Er is een monster van de ondergrond genomen om nader te onderzoeken.

Als de uitslagen van de verschillende onderzoeken bekend zijn hopen Staatsbosbeheer en de Stichting Verdronken Geschiedenis meer zicht te krijgen in de geschiedenis van de Engelsmanplaat. Het jaarringonderzoek kan waarschijnlijk uitsluitsel geven over de ouderdom van de kaap. Gebleken is dat het onmogelijk is de geschiedenis van het wad te achterhalen, zonder de kennis van vele disciplines en groepen wadgebruikers. Vooral de samenwerking met de vogelwachters en de wadlopers heeft deze keer de zoektocht tot een succes gemaakt.