Nieuws

Inlia vreest rondzwerven asielzoekers

Zo’n 20.000 uitgeprocedeerde asielzoekers per jaar die door Nederland zwerven. Dit schrikbeeld wordt waarheid als gemeenten geen tijdelijke opvang bieden aan deze groep. Dat vreest directeur J. van Tilborg van de Groninger Stichting Inlia, Internationaal Netwerk voor Lokale Initiatieven voor Asielzoekers.


Leestijd: 4 minuten

Gemeenten praten 28 juni opnieuw met staatssecretaris Kalsbeek van Justitie over de groeiende groep zwervende asielzoekers. Meer dan zestig gemeenten hebben, tegen de zin in van de staatssecretaris, inmiddels contact gezocht met Van Tilborg om noodopvang georganiseerd te krijgen. Hij is de Robin Hood van de asielzoekers en heeft met zijn organisatie de kennis en ervaring in huis. Bij gemeenten groeit de weerstand tegen de nieuwe Vreemdelingenwet die sinds 1 april van kracht is. Die stelt dat uitgeprocedeerde asielzoekers binnen 28 dagen het land uit worden gezet, maar die 28 dagen zijn vaak niet genoeg om de benodigde uitreispapieren te bemachtigen. Voorzitter Deetman van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) stelde vorige week op het VNG-jaarcongres dat het een ,,kwestie van beschaving is” om deze mensen tijdelijk op te vangen. Ook de Groningse commissaris van de koningin Alders sprak in gelijke bewoordingen als vertegenwoordiger van het Interprovinciaal Overleg (IPO). Burgemeester R. Bandell van Dordrecht noemde het ,,gek en onaanvaardbaar dat asielzoekers van goede wil, die willen terugkeren, op straat worden gezet”. Hij sprak namens het Platform Asiel van de VNG. ,,De Rijksoverheid is primair verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers, maar die heeft het probleem nu doorgeschoven naar de samenleving zelf. De gemeenten worden hierdoor geconfronteerd met een nieuwe groep zwervers die zorgen voor problemen op het gebied van de openbare orde en volksgezondheid.” Hierdoor raakt de verhouding tussen Rijksoverheid en gemeenten ernstig verstoord, vermoedt Van Tilborg. Voorstellen om tot een oplossing te komen worden donderdag niet concreet op tafel gelegd, zegt een woordvoerster bij het ministerie. ,,We zullen opnieuw gezamenlijk bekijken of het probleem is op te lossen.” Ondertussen vliegt Van Tilborg als een herder van zijn verloren schapen door Nederland om kleine en grote gemeenten te ondersteunen. In een modelovereenkomst staat dat de noodopvang is bedoeld voor mensen die actief bezig zijn met hun terugkeer naar land van herkomst, maar nog niet in het bezit zijn van de benodigde reispapieren. Het gaat om legale asielzoekers die op een of andere manier nog in een procedure zitten. In de overeenkomst is ook de taak van Inlia vastgelegd. De stichting houdt onder andere een landelijk registratiesysteem bij om te voorkomen dat iemand uit de ene lokatie wordt gezet en vervolgens door een andere lokatie wordt opgenomen. Daarnaast volgt ze het juridische traject van de asielzoekers en regelt de stichting het terugkeertraject. Ze meldt de mensen daarvoor aan bij de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) die voor Justitie de terugreis regelt. ,,Natuurlijk zijn er altijd mensen die er onderuit proberen te komen”, geeft Van Tilborg direct toe. ,,Maar onze cijfers wat betreft de doorstroming zijn voorbeeldig. Als justitie dit ooit zelf haalt, maken ze een vreugdedans rond het bureau van de staatssecretaris.” In de periode 1998-2000 heeft Inlia 800 mensen opgevangen die in een andere Europees land een asielaanvraag hadden lopen. Van Tilborg zegt dat 93 procent daarvan conform de procedure is vertrokken, 5 procent is teruggegaan naar eigen land en 2 procent is met onbekende bestemming vertrokken. Hij vindt dan ook de vrees niet terecht dat het ministerie stelt dat Inlia mensen hulp biedt die weinig moeite doen om hun uitreispapieren voor elkaar te krijgen. Een woordvoerder bij het ministerie beweert dat de papieren vaak binnen twee weken al klaarliggen. Van Tilborg zegt dat het gemiddeld vier maanden duurt voordat uitreisvia geregeld zijn, ook die van EU-partners zoals Duitsland, Italië en Portugal. Het maatschappelijk draagvlak voor de noodopvang is volgens Van Tilborg groot. ,,Hier in Groningen vangen we ze op in een buurt waar ook al een asielzoekerscentrum is. Mensen met een klein hart staan achter de noodopvang omdat omdat die geen slapende asielzoeker in hun portiek wil hebben, degene met een groot hart omdat die nu eenmaal ruimhartig staan tegenover het opvangen van asielzoekers.” Maar hoe ruimhartig zullen de mensen blijven, vraagt Van Tilborg zich af. Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) moet opnieuw gaan onderhandelen met gemeenten over de verlenging van de contracten van asielzoekerscentra. ,,Veel burgers hebben destijds moeite gehad met de komst van die centra. Nu moeten lokale bestuurders opnieuw terug naar hun burgers om te vertellen dat de centra mogelijk langer blijven staan, maar dat sommige uitgeprocedeerde asielzoekers vermoedelijk wel door de gemeente zullen gaan zwerven. Dat is niet uit te leggen.”