Groningse marktkooplui verzamelen massaal euro’s

Duitsland hebben ze allemaal al; daarmee kunnen ze zakken vol vullen. Met de munten van onze zuiderburen gaat het ook goed. De problemen beginnen bij de Finse en Ierse munt. Met de euro’s uit de dwergstaatjes San Marino, Vaticaanstad en Monaco wil het al helemaal niet vlotten.Aan onderlinge uitwisselingen doen de marktkooplui niet; daar hebben ze de tijd niet voor. ‘Ik verzamel ook alleen maar de munten die ik hier op de markt binnenkrijg,’ vertelt vleeshandelaar Trijntje Wilner. Ze tovert trots een overzichtslijst onder de toonbank vandaan, waarop ze bijhoudt wat ze al heeft. Uit de drie dwergstaatjes heeft ze nog geen enkele munt.Ook vishandelaar Henk Perk is sinds drie maanden een verwoed verzamelaar. Hij heeft inmiddels een aantal slimme trucjes in petto om z’n eurocollectie zo snel mogelijk compleet te maken. ‘Buitenlandse klanten vraag ik altijd of ze er één of twee cent bij hebben, ook al is het niet nodig,’ verklapt hij. Het verzamelen doet Perk vooral voor z’n kinderen en kleinkinderen. ‘Want die kleine muntjes zullen heel snel weer verdwijnen en daarom veel geld waard worden,’ gelooft hij. Dat de verzamelaars moeite hebben munten uit de drie dwergstaatjes te vinden, is niet verbazend. Het Wiskundig Genootschap is een onderzoek gestart naar de verspreiding van de muntstukken over Europa. Sinds begin dit jaar houden menselijke eurometers bij uit welke landen de euro’s in hun portemonnee afkomstig zijn. Duitsland en België scoren het hoogst; uit de drie dwergstaatjes is nog geen enkele munt aangetroffen.