Nieuws

Groningse criminologen: ‘Zero-tolerance verergert jeugdgeweld’

Zero-tolerance-beleid leidt niet tot een vermindering van jeugdgeweld, maar vergroot juist de kans dat het escaleert. Dit concludeert de Groningse criminoloog J. Nijboer.


Leestijd: 1 minuut

Hij deed samen met zijn collega’s W. de Haan en A. van der Laan in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken onderzoek naar de oorzaken van grootschalig jeugdgeweld zoals dat in 1997 in de Oosterparkwijk plaatsvond en in 1998 in de Amsterdamse wijk Overtoomseveld.Hard politieoptreden wekt irritatie op bij jongeren, meent Nijboer. Hij pleit voor de inzet van buurtagenten die de jongeren rustiger benaderen. ‘Je kunt iemand arresteren en meenemen naar het politiebureau, maar je kunt ook vragen of hij naar het bureau komt. Dat laatste werkt vaak beter, maar soms wil de politie laten zien wie de baas is.’Deze softere aanpak heeft volgens Nijboer zijn vruchten afgeworpen in de Oosterparkwijk, waar de situatie ‘redelijk onder controle is’. Hier werken hulpverleningsinstanties, politie en justitie nauw samen om de criminaliteit in te dammen. Volgens de criminoloog is dit integrale beleid succesvol.Het is echter de vraag of datzelfde beleid in Amsterdam ook kan worden toegepast. ‘Je moet buurtagenten met voldoende overwicht en goede sociale vaardigheden hebben. Ook is het contact met de jongeren moeilijker omdat de wijk groter is.’In de Oosterparkwijk zorgen voornamelijk autochtonen voor problemen, terwijl in de Amsterdamse Overtoomseveld allochtonen verantwoordelijk zijn voor de rellen. Ook spelen in Amsterdam meer problemen zoals straatroof en bedreiging. Desondanks kunnen de wijken volgens de criminologen goed met elkaar worden vergeleken.