Nieuws

Gronings manifest: "Schoolvak Nederlands niet uitdagend genoeg"

Het schoolvak Nederlands is de afgelopen 25 jaar nauwelijks veranderd en het is toe aan een grondige herziening. Dat vinden de ondertekenaars van een manifest in Groningen. Zij pleiten daarin voor moderne didactische middelen.


Leestijd: 2 minuten

Gronings manifest: "Schoolvak Nederlands niet uitdagend genoeg"
Gronings manifest: "Schoolvak Nederlands niet uitdagend genoeg"

Het schoolvak Nederlands heeft te weinig inhoud en is niet uitdagend genoeg. Ook sluit het onvoldoende aan bij de maatschappelijke eisen voor taalvaardigheid en geletterdheid. Dat moet en kan beter. Vakwetenschappers van acht universiteiten hebben vrijdag samen met docenten Nederlands een manifest gelanceerd met stellingen voor verbetering. Dat meldt de Rijksuniversiteit Groningen op haar website.

Het vak Nederlands geeft geen inzicht in taal en literatuur, en leerlingen vinden het vak saai en niet uitdagend. Bovendien vallen de resultaten tegen. Van alle vijftienjarige leerlingen is een op de zeven (13,8%) ‘functioneel analfabeet’ (PISA, 2012) en op het HBO en WO krijgen studenten bijspijkercursussen omdat hun schrijfvaardigheid onder de maat is. Bovendien staat de inhoud vaak ver af van de werkelijkheid. Kortom, het schoolvak Nederlands voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Tot die conclusie komen de Meesterschapsteams Nederlands, die zijn ingesteld door de universiteiten om het vak een nieuwe impuls te geven.

Eensgezindheid

Het afgelopen jaar hebben de Meesterschapsteams meningen gepeild van honderden docenten, wetenschappers en experts over de nieuwe koers. ‘Bewuste geletterdheid’ kwam daarbij bovendrijven als het hoofddoel voor het schoolvak Nederlands. Daarmee wordt bedoeld dat leerlingen kennis en inzicht verwerven in taal, communicatie, literatuur en cultuur.

Het gaat erom dat leerlingen de middelen aangereikt krijgen om hun eigen vaardigheidsniveaus in te schatten en hogere vaardigheidsniveaus te bereiken. Belangrijker dan ‘het goede antwoord’ is de redenering die tot dat ‘goede’ antwoord leidt. Dat leerlingen beseffen dat er soms meer goede antwoorden zijn, en dat vaak de context bepaalt welke van die goede antwoorden het optimale antwoord is. Dat vereist rijkere vaardigheden, die gebaseerd worden op inzicht en nadenken, en met een grotere rol voor plezier in taal en literatuur. Die zouden dus centraal moeten staan en het examen zou ook dat soort vaardigheden moeten toetsen.

Nieuwe eisen

Nieuwe media en communicatievormen stellen nieuwe eisen aan het vak, net als de niet-eentalige Nederlandse achtergrond van steeds meer leerlingen. Willen zij zich staande kunnen houden in een complexe maatschappij met veranderlijke taalnormen en genres, dan zijn ze gebaat bij een aanpak die hun bewuste communicatieve vermogens vergroot, bij voorkeur op een creatieve manier. Onderzoekend leren, inzicht verwerven in creatief schrijven en de betekenis van literatuur zijn moderne didactische middelen die hiervoor ingezet kunnen worden.

Verder stelt het manifest dat schrijven bij een landelijk examen getoetst moet worden, dat er meer aandacht moet komen voor inzicht in de Nederlandse taal en literatuur, en er meer samenhang moet zijn tussen kennis en vaardigheden. Geen kennis om de kennis, maar kennis en inzicht om bewuste vaardigheden te onderbouwen.