Nieuws

Groninger hoogleraar: “Afzien van CO2-opslag in Noorden blamage”

In de provincie Groningen gaan steeds meer stemmen op van mensen die niets moeten hebben van CO2 opslag. Maar volgens de Groningse hoogleraar Energie en Duurzaamheid Catrinus Jepma zou het een zeer slechte zaak zijn voor het milieu wanneer CO2 straks weer gewoon de lucht in geblazen mag worden in plaats van dat er een proef komt met veilige opslag. Hij zegt dat in het laatste nummer van het zakenblad Entrepreneur Magazine.


Leestijd: 3 minuten

Pof. dr. mr. Catrinus Jepma is hoogleraar op de leerstoel Energie en Duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is een van de onafhankelijke deskundigen in Noord-Nederland op het gebied van economie en duurzaamheid, en ook werkzaam voor de Energy Business School van het Energy Delta Institute in Groningen.

Volgens prof. Jepma is CO2-opslag in principe een onmisbaar onderdeel van een strategie om internationale milieudoelstellingen te bereiken. ‘Als je CO2-opslag zou laten vallen dan wordt het echt onmogelijk om milieudoelstellingen, nationaal en internationaal, te bereiken’, zegt hij in Entrepreneur Magazine.

Volgens prof. Jepma zijn er zeker twee belangrijke redenen om te blijven streven naar een proef in het Noorden met CO2-opslag. ‘Op de eerste plaats is het zo dat de vergunningen voor de bouw van de kolencentrales in de Eemshaven al zijn afgegeven. Dus die gaan sowieso draaien, linksom of rechtsom. Dan kun je de CO2 die er vrij komt maar beter wel afvangen en proberen het ondergronds op te slaan.’

Een tweede reden om te blijven streven naar een proef met CO2-opslag is dat het een uitstekende manier is om Noord-Nederland te positioneren. De ondergrondse opslag levert het Noorden veel kennis op, die elders in de wereld kan worden ingezet. ‘Ik was in het verleden steeds voorstander van een proef in het Noorden met CO2-opslag, en ik ben dat nog steeds. Als we het niet gaan doen zou dat een blammage zijn voor Noord-Nederland en wordt het onmogelijk om je milieudoelstellingen te behalen.’

Wekgevers voor proef met CO2 opslag

Werkgeversorganisatie VNO-NCW Noord vindt het in elk geval wel een goede zaak wanneer het Noorden meewerkt aan het houden van een proef. Volgens voorzitter Bert van der Haar is er veel onwetendheid rond CO2-opslag en is er onnodige angst, zo stelt hij in het artikel in Entrepreneur.

‘Soms vraag ik wel eens aan mensen die ik spreek hoe zij denken over CO2-opslag. Dan zeggen ze meestal dat ze er op tegen zijn. Maar vraag je vervolgens waarom, dan wordt het een stuk lastiger. Er bestaan kennelijk veel vooroordelen. In onze visie is het voor het Noorden juist zeer interessant om technieken te ontwikkelen om CO2 veilig op te slaan. Het is belangrijk dat we duidelijk gaan uitleggen dat gas duizend keer gevaarlijker is dan CO2, en dat we in het Noorden onder voorwaarden een unieke kans hebben om een voorsprong op te bouwen in het ontwikkelen van technologie voor ondergrondse CO2opslag.’

VNO-NCW Noord en MKB Noord hechten groot belang aan het tot stand komen van CO2-opslag in Noord-Nederland, omdat dit een stevige economische impuls voor de regio kan betekenen. Daarna kan Noord-Nederland haar technologie, kennis en ervaring exporteren. In die marktgedreven fase vertegenwoordigt CCS een waarde van ‘enkele miljarden euro’s’. VNO-NCW Noord en MKB Noord willen dan ook actief meehelpen om een demonstratieproject te laten slagen.

‘Er is in Europa 350 miljoen euro beschikbaar voor het nemen van een proef met opslag. Wij hebben gezegd: het is goed wanneer we die proef hier in het Noorden kunnen nemen. Het is goed wanneer wij technologisch gezien een voorsprong kunnen opbouwen en er kennis door ontwikkelen die we dan weer kunnen verkopen. Een andere enorme kans is dat we hier in het Noorden een energiecluster kunnen opbouwen, waarbij we niet alleen CO2 opslaan, maar ook kunnen gebruiken voor nieuwe technologieën, bijvoorbeeld voor het produceren van algen. Met CO2 kun je algen laten groeien en zo kunnen we hier in het Noorden verder werken aan een bio-based economy’, zo betoogt Van der Haar.

‘Wat velen zich niet realiseren is dat wij in het Noorden hard op weg zijn om de grootste energieregio van Nederland te worden. Daar is geld mee te verdienen, zelfs nu in een tijd waarin het geld op is’.