FC Groningen voelde zich na de duidelijke nederlagen tegen NEC en Feyenoord (beker) verplicht in de ’topper van de subtop’ iets te laten zien. Dat deed de ploeg van Ron Jans ook voor eigen publiek. Groningen was veel beter in het duel tussen clubs die azen op Europees voetbal.
Dat de ‘Trots van het Noorden’ niet al bij rust een gewonnen wedstrijd speelde dankten de Arnhemmers aan Velthuizen en aan het falen van vooral Erik Nevland en Marcus Berg in de afwerking. Het Scandinavische duo liet een hele reeks kansen onbenut. Een trefzekerheid van 50 procent had al een rustand van 3-0 of 4-0 betekend.
De getalenteerde Velthuizen, zaterdag 21 geworden, bleef, soms met een tikkeltje geluk, knap overeind. Zijn collega aan de overzijde, Brian van Loo, kreeg amper iets te doen. De enkele pogingen tot een serieuze aanval, via diepe spits Juan Lorca, eindigde steevast bij Gibril Sankoh, terug als het grote Groningse rustpunt in de defensie. Pas in de blessuretijd – liefst vijf minuten – ging er van Vitesse enige dreiging uit.
Groningen kwam niet met verdubbelde gedrevenheid uit de kleedkamer voor de tweede helft. Vertrouwend op Velthuizen rees bij de bezoekers het vermoeden dat er in de Euroborg misschien wel echt iets te halen viel. Trainer Aad de Mos liet Mads Junker en Harrie Gommans opdraven, die meer aanvallende bedoelingen aan de dag legden dan Anders Due en Gill Swerts.
Groningen, met inmiddels Evgeni Levtsjenko voor Shkodran Metaj, moest een kwartier wennen aan de nieuwe verhoudingen en eiste toen het initiatief weer op. Alleen bleef Sankoh uitblinker, verdedigend en opbouwend, en diende een scorende speler zich maar niet aan. Ook Martijn Meerdink, ingevallen voor Goran Lovre, bleek de oplossing niet.
