Nieuws

Commentaar: Ordinaire machtsstrijd in stad-Groningse PvdA

Wethouder Dig Istha heeft de knuppel in het hoenderhok gegooid en via een interview laten weten de strijd aan te gaan tegen ‘arrogantie’ en ‘elitegedrag’ binnen de PvdA in de stad Groningen.


Leestijd: 2 minuten

De vraag is echter waaruit die arrogantie en dat elitegedrag precies bestaan. Volgens Dig Istha zelf uit het feit dat de PvdA niet één wethouderskandidaat naar voren heeft geschoven, maar zelfs twee. ‘Het is bizar dat de PvdA in de stad Groningen er nog steeds automatisch vanuit gaat dat die partij de grootste wordt en twee wethouderskandidaten aanwijst. Het wordt tijd dat de PvdA zich bescheidener opstelt, en niet meer dan één wethouderskandidaat naar voren schuift’,zo luidt kort samengevat het betoog van Dig Istha.

Daarmee komt een beetje het beeld naar voren alsof ridder Dig Istha belangeloos en geheel alleen de strijd aanbindt tegen arrogantie en elite-gedrag bij de PvdA. Dat verbloemt een beetje dat Istha zelf ook graag verder zou gaan als wethouder in Groningen, en wellicht dat dat ook een drijfveer voor hem is om zich verkiesbaar te stellen.

Wat is daar mis mee? Helemaal niets! Het wethouderschap is een prachtig beroep, en zeker in een stad als Groningen is het een uitdagende functie waarin je veel kunt bereiken. Het afgelopen jaar heeft Dig Istha laten zien de functie van wethouder uitstekend aan te kunnen. Hij heeft in relatief korte tijd allerwegen respect opgebouwd en verkregen.

Het is dan ook prima dat Dig Istha zich opnieuw kandidaat wil stellen en zich voor Groningen wil inzetten. Hij zou een prima kandidaat zijn, maar je vraagt je af waar het voor nodig is om tegenstanders arrogantie of elitisme te verwijten. Het lijkt op gelegenheidsargumentatie voor iemand die zelf ook – op zichzelf zeer legitieme – ambities heeft om wethouder te worden: ook de tweede PvdA wethouder dan, na Roeland van der Schaaf, die als lijsttrekker toch als eerste voor zo’n functie in aanmerking komt. Hoe elitair is Istha dan zelf?

Het is eenvoudigweg aan de afdeling van de PvdA om te bepalen of, en hoe hoog, Istha op de kandidatenlijst kan komen. Tot aan de afdelingsvergadering is het goed dat kandidaten elkaar op een nette wijze beconcurreren.

Het lijkt echter niet zuiver om, wanneer een kandidaat niet op de plaats wordt gezet die hij zelf graag zou zien, de hele partij maar als arrogant en elitair te bestempelen. Dat riekt naar populisme. Er zijn vast wel andere opinies en kwaliteiten waarmee kandidaten zich in een concurrentiestrijd kunnen profileren.

Laat de PvdA-leden daar dan vervolgens een keuze uit maken, en dat is uiteindelijk vruchtbaarder voor die partij dan een wedstrijd modder gooien.

Dat de beste kandidaat dan moge winnen.