Nieuws

CDA-fractievoorzitter Jan Seton: ‘Politiek liet Groninger ambtenaren niet in de kou staan’

Het is niet zo dat Groningse politici ambrenaren van de dienst ruimtelijke ordening in de kou hebben laten staan en hen verantwoordelijk hebben gesteld voor fouten bij deze dienst. Die fouten vallen onder verantwoordelijkheid van het college van B en W, en dat is door Groningse politici wel degelijk aan de kaak gesteld. Dat schrijft CDA fractievoorzitter Jan Seton in zijn weblog in de Digitale Stad Groningen. Hij reageert daarmee op een betoog van Bert-Jan Hakvoort, voorzitter van de Groningen City Club. Deze stelde, zoals gemeld, dat B en W van Groningen momenteel trager lijken te werken dan ambtenaren en dat er in het verleden te vaak Zwarte Pieten naar de ambtenaren zijn uitgedeeld. Seton bestrijdt dat. Hij schrijft:


Leestijd: 1 minuut

(…)” GCC-voorzitter Bert-Jan Hakvoort neemt het op voor de ambtenaren en geeft en passant ‘de politiek’ een veeg uit de pan. Hij vindt het toch eigenlijk droevig dat in de Groningse politiek nou eens niemand is opgestaan die zegt dat de kritiek overdreven is en dat de ambtenaren ook zeer goed werk verrichten waar Groningen blij mee mag zijn.

Mooi statement, alleen jammer dat hij enkele belangrijke woordvoeringen uit de Groningse politiek heeft gemist. Want ik heb namens het CDA (maar ook anderen hebben dat gedaan) in belangrijke woordvoeringen ook hier de nuance gezocht. Misschien nog wel het helderst in het debat over de kredietoverschrijding eind vorig jaar, na het verschijnen van de onderzoeksrapporten. Naar aanleiding van het rapport van Andersson heb ik het volgende gezegd:

“Hij (Andersson) schetst een beeld van een samenspel van college c.q. wethouder en dienst dat decennialang heel goed heeft gefunctioneerd en ten dele nog steeds bijzonder goed functioneert. Ik wil op deze plek best kwijt dat dit jarenlang een gouden formule is geweest, waar de stad veel baat bij heeft gehad en zichtbaar nog altijd heeft. Door de hechte samenwerking tussen verschillende PvdA-wethouders en een door geestverwanten gedomineerde dienst, zijn zaken gerealiseerd die anders nooit tot stand zouden zijn gekomen.”

Hakvoort wordt dus op zijn wenken bediend. Want ook in de raad, zelfs in de oppositie, is men complimenteus over de verdiensten van de ambtenaren van RO/EZ. Dat neemt niet weg dat wij tegelijkertijd kritiek hebben geuit en ook zullen blijven uiten gedurende het veranderingsproces. Die kritiek richt zich op het college, en dat zal Hakvoort ons vast niet kwalijk nemen. “

(www.dsg.nl)