Volgens het OM stak de vrijwilliger van het brandweerkorps in Bedum eind 2010 en begin 2011 drie auto’s in brand. Bij de eerste brand verloor hij zijn pager van de brandweer, waardoor hij als verdachte in beeld kwam.
Deskundigen hebben grote moeite om te achterhalen waarom de verdachte overging tot brandstichting. Hij kan daar zelf ook geen antwoord op geven. Een constant gevoel van eenzaamheid zou een rol hebben gespeeld. De man dronk vlak voor de branden veel alcohol in de plaatselijke kroeg en kwam naar eigen zeggen ‘altijd maar weer in een leeg huis terug’. Onvrede over zijn leven zou het laatste zetje zijn geweest om over te gaan tot het in brand steken van geparkeerde auto’s.
Justitie neemt de functie van de man mee bij de beoordeling van de zaak. Volgens de officier van justitie moet juist een brandweerman weten hoeveel impact een brand heeft op slachtoffers. Bovendien moet een brandweerman als geen ander weten hoe oncontroleerbaar en gevaarlijk brand kan zijn.
Om hem ook in de toekomst goed in de gaten te kunnen houden, eiste het OM naast de vijf maanden onvoorwaardelijke celstraf een voorwaardelijke gevangenisstraf van twaalf maanden, een half jaar elektronisch toezicht en een alcoholverbod.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak in de zaak.
