Innovatie

UMCG: Kans op nieuw antibioticum en behandeling hersenziekte door bijzondere wetenschappelijke vondst

Onderzoekers van het UMCG onder leiding van celbioloog prof. Ody Sibon hebben voor het eerst aangetoond dat menselijke en dierlijke cellen  co-enzyme A vanuit hun omgeving of voedsel op kunnen nemen. Bijna alle levende organismen op onze aarde hebben co-enzyme A nodig om te kunnen leven. Deze bijzondere wetenschappelijke ontdekking kan op termijn leiden tot een nieuw antibioticum en mogelijk een behandeling dichterbij brengen voor de zeldzame hersenziekte PKAN. Sibon publiceert over haar onderzoek in het toonaangevende Nature Chemical Biology.


Leestijd: 2 minuten

Onderzoek in Groningen en Oxford: 30% minder terugval in depressie; smartphone apps kunnen helpen
Onderzoek in Groningen en Oxford: 30% minder terugval in depressie; smartphone apps kunnen helpen

In ons lichaam vinden allerlei chemische omzettingen plaats die zorgen dat we vetten, eiwitten en suikers kunnen verbranden om zo energie te krijgen om te kunnen bewegen en groeien. Een molecuul dat bij bijna alle levende wezens op aarde hier een centrale rol in speelt is co-enzyme A.  Bijna alle levende organismen op onze aarde hebben co-enzyme A nodig om te kunnen leven.

Tot nu toe was in de wetenschap maar een manier bekend waardoor organismen aan hun co-enzyme A kunnen komen: door het zelf aanmaken van co-enzyme A vanuit vitamine B. Zo is het dan ook in alle studieboeken beschreven.

Sibon en haar groep tonen nu aan dat menselijke en dierlijke cellen wel direct co-enzyme A vanuit hun omgeving of voedsel kunnen opnemen en het dus niet zelf hoeven te maken vanuit vitamine B5. Ook heeft zij het mechanisme uitgezocht hoe cellen dit doen. Sibon: “Cellen met een lage hoeveelheid co-enzym A groeien niet meer. Wij hebben menselijke cellen in een celkweek aan de buitenkant co-enzym A toegediend en zagen dat de hoeveelheid co-enzym A in de cel steeg, en de cel weer ging groeien. Dit werkt ook in vliegen en wormen. Het kan dus toch, wisten we toen.”

Het belang van deze ontdekking zit in twee toepassingen. In tegenstelling tot menselijke cellen, kunnen bacteriën het co-enzyme A niet direct opnemen. Bacteriën zijn afhankelijk van de eigen co-enzyme A aanmaak en als je deze remt overleven ze niet. Het geven van co-enzyme A samen met een remmer van de co-enzyme A aanmaak doodt de bacteriën maar schaadt de mens niet. Dit verschil tussen mensen en bacteriën kan helpen bij het vinden van nieuwe antibiotica waartegen bacteriën niet resistent zijn. Verder kan het op termijn leiden tot het vinden van een nieuwe behandeling tegen de zeldzame hersenaandoening PKAN (Pantothenate Kinase-Associated Neurodegeneration). Deze patiënten hebben een genetische aandoening die het omzetten van vitamine B5 naar co-enzym A bemoeilijkt; hierdoor hebben zij waarschijnlijk een tekort aan co-enzyme A. Patiënten kunnen in theorie geholpen worden door hen extra co-enzyme A in de voeding te geven, die door de cellen kan worden opgenomen.

Mede dankzij het wetenschappelijk onderzoek van Sibon is het UMCG recent aangewezen als expertisecentrum voor PKAN. Dit onderzoek past goed in het streven van het expertisecentrum om door middel van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek uiteindelijk de patiëntenzorg verder te kunnen optimaliseren.