Dat blijkt uit promotieonderzoek van kinderverpleegkundige Aeltsje Brinksma het Universitair Medisch Centrum Groningen.
Volgens de onderzoekster levert het eten bij kinderen met kanker vrijwel altijd problemen op. Veel kinderen eten weinig omdat het eten niet smaakt of omdat ze zich te ziek voelen of ze hebben door het gebruik van medicijnen juist de hele dag trek.
Uit het onderzoek blijkt dat 35 procent van de kinderen na het starten van de behandeling kampt met gewichtsverlies. Als gevolg van sondevoeding en te weinig bewegen, worden de kinderen in de loop van de behandeling vaak steeds zwaarder.
Volgens de onderzoekster kan dit ernstige gevolgen hebben, zowel voor de overlevingskansen als de kwaliteit van leven. Kinderen met gewichtsverlies hebben een hogere kans op infecties en patientjes die ondervoed zijn, hebben slechtere overlevingskansen. Zowel te zware als ondervoede kinderen ervaren bovendien een slechtere kwaliteit van leven, zegt de onderzoekster.
Brinksma adviseert behandelaars dan ook te zorgen voor goede voeding, tijdig te stoppen met sondevoeding en vanaf het begin van de behandeling beweging te stimuleren. Brinksma promoveert op 1 oktober aan de Rijksuniversiteit Groningen.
