Het kabinet wil de inkomsten uit de omzetbelasting, de btw, met 5 miljard verhogen. Dat doen ze door het lage btw-tarief van 6 procent te verhogen en tegelijk een veel groter aantal producten aan te wijzen waarvoor het hoge btw-tarief van 21 procent geldt. Dat blijkt uit het voorstel van het kabinet om het belastingstelsel te herzien.
Het optrekken van het lage btw-tarief naar 21 procent gaat vele duizenden banen kosten, waarschuwt directeur Lambert Zwiers.
Zwiers vindt dat het kabinet juist met name de binnenlandse sectoren zou moeten steunen nu het weer beter gaat met de economie. Ook daarom zou het kabinet het verlaagde btw-tarief voor onderhoud en renovatie in de bouw moeten handhaven.
Volgens Zwiers is de maatregel contraproductief en onnodig. “Die middelen die nodig zijn voor de herziening van het belastingstelsel en die tot lastenverlichting moeten leiden, zijn er wel degelijk. Maar dit is niet de juiste manier.”
De sectoren die nu onder het lage tarief vallen zijn arbeidsintensief. Het gaat met name om kappers, schoen- en fietsenmakers, de recreatiesector, de tuinbouw en de schilders- en stukadoorsbranche.
“De consument accepteert zo'n btw-verhoging simpelweg niet”, aldus Zwiers. “We zijn hier dus niet blij mee. De ondernemers krabbelen na een moeilijke periode net weer op en dan krijg je dit. Ondernemers zijn taai, maar kunnen niet het onmogelijke.”
