Economie

Aantal arbeidsplaatsen gemeente Groningen in vier jaar met 220 gedaald; uitgaven voor het aantal extern ingehuurde mensen stijgt sterk

De bezuinigingsoperatie die bij de gemeente Groningen in de jaren 2004 – 2007 heeft plaatsgevonden, is goed uitgevoerd. Dat concludeert de rekenkamercommissie in zijn onderzoek ‘Personeelsontwikkeling gemeente Groningen’. Inzet van die bezuiniging was onder andere om de personeelsomvang van de gemeente met 387 arbeidsplaatsen te verminderen. Uit het onderzoek blijkt deze bezuiniging eind 2007 voor 91% te zijn gerealiseerd (eind 2008 voor 96%). Doel van deze bezuiniging was het vrij maken van geld voor nieuw beleid, dat vervolgens weer door mensen moet worden uitgevoerd. De personeelsomvang is daardoor de afgelopen jaren ook weer gestegen. De netto daling in de genoemde periode komt daarmee uit op 220 arbeidsplaatsen.


Leestijd: 2 minuten

Uit het onderzoek blijkt dat er naast de bezuiniging een autonome groei van 134 arbeidsplaatsen in de genoemde periode heeft plaatsgevonden. Dat komt door diverse nieuwe taken, die van het rijk naar de gemeente zijn overgeheveld, zoals de WMO. Ook betreft het taken waarvoor externe financiering of subsidie beschikbaar is gekomen. Verder is er door de groei van het aantal inwoners en de uitbreiding van de stad (nieuwe woonwijken) meer personeel in dienst gekomen. De netto daling in de genoemde periode komt daarmee uit op 220 arbeidsplaatsen.

De rekenkamercommissie constateerde in zijn vooronderzoek dat de uitgaven voor het aantal extern ingehuurde mensen in 2006 en 2007 fors is gestegen. In 2005 was het totaalbedrag voor externe inhuur 18 miljoen euro, in 2006 was dit bijna 25 miljoen euro en in 2007 30 miljoen euro. De vooronderstelling dat door de bezuinigingen het vaste personeel vervangen werd door extern ingehuurd tijdelijk personeel bleek in het onderzoek niet aangetoond te kunnen worden. De stijging van de externe inhuur blijkt vooral verklaard te worden uit nieuwe projecten, zoals de Duurzaamste stad. Ook het aantal grote projecten draagt bij aan de stijging van de externe inhuur, zoals de voorbereidingen voor het Groninger Forum en de aanpak van de Zuidelijke ringweg.
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat de gemeentelijke diensten op verschillende manieren met externe inhuur omgaan. Bij de ene dienst bepaalt een afdelingsdirecteur of hij extern inhuurt, bij een andere dienst beslist het hele managementteam. Ook het personeelsinformatiesysteem blijkt niet op alle fronten goed te werken. In zijn reactie onderkent het college van B&W dit laatste, maar geeft het de voorkeur aan een goede invoering van het nieuwe financiële systeem, waar op dit moment aan wordt gewerkt.

De rekenkamercommissie heeft bij dit onderzoek niet gekeken naar de omvang van het personeelsbestand in relatie tot vergelijkbare gemeenten. Het college van B&W heeft eerder uitvoering gegeven aan een motie van de raad, waarbij bureau Berenschot opdracht kreeg voor het uitvoeren van een vergelijkend onderzoek (benchmark).